For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
Tijdens deze tweejarige master krijg je les van enthousiaste en gekwalificeerde docenten die de noodzaak van goede leraren in het basisonderwijs scherp voor ogen hebben. Je volgt een rijk en gevarieerd programma op masterniveau met keuzemogelijkheden. Je volgt vakken op de UvA, VU en Universiteit Leiden en loopt stage in het basisonderwijs in de regio Amsterdam, Leiden of Den Haag.

Het studieprogramma bestaat uit drie leerlijnen: Onderwijspraktijk, Profilering en Onderwijsonderzoek. De drie leerlijnen zijn onderling met elkaar verbonden en lopen door de twee jaren heen.  

  • Onderwijspraktijk

    In deze leerlijn staat onderbouwd handelen in de klas centraal: weten wat je doet, waarom je het doet en wanneer je je handelen moet bijstellen. Je volgt theoretische vakken en masterclasses, loopt in beide jaren stage en krijgt intervisie. Je leert lesgeven op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten onder begeleiding van experts op het gebied van vakdidactiek, vakinhoud en pedagogiek.  

    Jaar 1

    • Basistheorie: In dit vak komen de belangrijkste didactische en pedagogische theorieën en concepten aan bod over leren in het primair onderwijs, ontwikkelingspsychologie en -ontwikkelingsstoornissen.    
    • Pedagogische en didactische principes: In deze vakken verdiep je je verder in (vak)didactiek en het pedagogisch handelen in de klas. In de colleges worden theoretische en wetenschappelijke inzichten aangeboden. In de werkgroepen en de stage ga je aan de slag met de praktische toepassing van theorie en onderzoek.    
    • Stage: Tijdens de stage kun je de opgedane kennis en vaardigheden toepassen. Je bouwt routines op in de praktijk en ontwikkeld adaptieve expertise. Tijdens het eerste semester van het eerste jaar loop je 1 dag per week stage, in het tweede semester 2 dagen per week.  
    • Intervisie: Tijdens groepsbijeenkomsten bespreek je met een docent en je medestudenten je ervaringen met het lesgeven. Dat helpt je je eigen handelen te begrijpen, te analyseren en onderbouwd te verbeteren.    
    • Masterclasses: Tijdens de Masterclasses komen experts uit de onderwijspraktijk en de wetenschap spreken over actuele thema’s in het onderwijs. 

    Jaar 2

    • Stage: Je loopt twee en een halve dag per week stage in een andere groep dan in jaar 1. Dit kan op dezelfde school zijn, of in het speciaal onderwijs. Je krijgt meer verantwoordelijkheid en gaat lesgeven aan heterogenere groepen. 
    • Intervisie 
    • Masterclasses: zie jaar 1. 
  • Profilering

    In deze leerlijn kies je een inhoudelijk profiel, een specialisatie. Je kunt kiezen uit twee profielen: 

    • Leerlinggedrag en leerproblemen in de klas: Je leert om probleemgedrag en leerproblemen te signaleren, te analyseren en te verklaren. Je bestudeert interacties tussen leerkracht en leerlingen vanuit verschillende theoretische perspectieven en krijgt meer zicht op de cognitieve en sociale ontwikkeling van leerlingen.  
    • Onderwijskundig leiderschap en onderwijsinnovatie in de schoolcontext: Je leert kritisch te reflecteren op de effecten van beleidskeuzes in onderwijsbeleid en op complexe onderwijsvraagstukken zoals (super)diversiteit en kansenongelijkheid. Wat betekenen die voor jouw handelen en leiderschap als academische leerkracht? 
  • Onderwijsonderzoek

    In deze leerlijn leer je je lesgeven te analyseren en steeds te verbeteren. Je maakt zo effectief mogelijk gebruik van bestaand onderzoek en doet ook zelf onderzoek in de onderwijspraktijk. Je werkt toe naar een Masteronderzoek (these) dat relevant is voor je stageschool en dat aansluit op het profiel dat je hebt gekozen. 

    Jaar 1 

    • Recenseren van onderwijsonderzoek: Je leert bestaand onderwijsonderzoek recenseren vanuit het perspectief van onderzoeksmethoden en -technieken. Je leert gebruik te maken van data aanwezig is op basisscholen om inzicht te krijgen in de gang van zaken op het niveau van de leerling, de school en het bestuur. 

    Jaar 2 

    • Onderzoeksvaardigheden/ Data in de school: Je leert hoe je kleinschalige onderwijsinnovaties kunt evalueren aan de hand van bestaande data in de school. Je krijgt inzicht in de verschillende soorten data die scholen verzamelen en leert deze correct te gebruiken en interpreteren. Daarvoor maak je kennis met verschillende geschikte onderzoeksdesigns en analysetechnieken.
    • Onderzoeksvoorstel/ Designkeuzes voor kwantitatief onderzoek: Voor je onderzoekvoorstel selecteer je een onderzoeksvraag die aansluit bij je inhoudelijke profiel en bij de behoefte van je stageschool. 
    • Masterthese: Tijdens het tweede semester schrijf je een thesis naar aanleiding van een vraag die speelt in jouw stageschool of het bestuur van je stageschool.   
VAKKEN SEM 1 SEM 2 SEMESTER 1 SEMESTER 2 EC
  • Recenseren van onderzoek
    Blok 1
    Blok 2
    Blok 3
    6

    Je leert bestaand onderwijsonderzoek recenseren vanuit het perspectief van onderzoeksmethoden en -technieken. Je leert gebruik te maken van de data die er in basisscholen aanwezig is om een goed inzicht te krijgen in de gang van zaken op het niveau van de leerling, de school en het bestuur.

  • Onderwijspraktijk
    Blok 1
    Blok 2
    Blok 3
    Blok 4
    Blok 5
    Blok 6
    42

    Basistheorie, Pedagogische en didactische principes, Stage, Intervisie, Masterclasses

  • Vak 1 Profilering
    Blok 4
    Blok 5
    Blok 6
    6

    Keuze uit de profielen: Leerlinggedrag en leerproblemen in de klas & Onderwijskundig leiderschap en onderwijsinnovatie in de schoolcontext

VAKKEN SEM 1 SEM 2 SEMESTER 1 SEMESTER 2 EC
  • Vak 2 Profilering
    Blok 1
    Blok 2
    Blok 3
    6

    Keuze uit de profielen: Leerlinggedrag en leerproblemen in de klas & Onderwijskundig leiderschap en onderwijsinnovatie in de schoolcontext

  • Designkeuzes voor kwantitatief onderzoek
    Blok 1
    Blok 2
    Blok 3
    3

    Je leert hoe je kleinschalige onderwijsinnovaties aan de hand van bestaande data in de school moet evalueren. Je krijgt inzicht in de verschillende soorten data die scholen verzamelen en leert deze correct te gebruiken en interpreteren. Daarvoor maak je kennis met verschillende geschikte onderzoeksdesigns en analysetechnieken.

  • Data in de school
    Blok 1
    Blok 2
    Blok 3
    3

    Voor je onderzoekvoorstel selecteer je een onderzoeksvraag die aansluit bij je inhoudelijke profiel en bij de behoefte van je stageschool.

  • Onderwijspraktijk
    Blok 1
    Blok 2
    Blok 3
    Blok 4
    Blok 5
    Blok 6
    30

    Stage, Intervisie, Masterclasses

  • Vak 3 Profilering
    Blok 4
    Blok 5
    Blok 6
    6

    Keuze uit de profielen: Leerlinggedrag en leerproblemen in de klas & Onderwijskundig leiderschap en onderwijsinnovatie in de schoolcontext

  • Masterthese
    Blok 4
    Blok 5
    Blok 6
    12

    Je sluit de opleiding af met een thesis.

Meer weten over het studieprogramma? Kijk in de online studiegids.
'M’n vader zag in de krant een stukje over de EMPO. Ik heb een academische achtergrond en ben blij dat er een optie is dat we ook diepgaand de theorie in kunnen gaan.' Student Arlette van Oeveren (Bron: Het Parool, 'Nieuwe master voor academisch geschoolde leerkrachten basisonderwijs', parool.nl)
Stagebegeleiding in de EMPO-opleidingsschool
Stagebegeleiding in de EMPO-opleidingsschool

Bekijk hiernaast een animatie over het werkplekleren in de EMPO-opleidingsschool.

Jaarschema

Download hieronder het jaarschema voor het studiejaar 2024-2025.

Veelgestelde vragen

Algemeen
  • Waarom een Educatieve Master voor Primair Onderwijs (EMPO)?

    De laatste jaren hebben we in Nederland te maken met een groot lerarentekort. Met de Educatieve Master Primair Onderwijs willen wij bijdragen aan het verkleinen van dit tekort door het opleiden van een nieuwe groep academische leraren voor het primair onderwijs. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat er meer academische leraren voor de klas komen te staan. 

  • Wat is het verschil tussen de EMPO en een universitaire Pabo?
    • De EMPO is een tweejarige universitaire masteropleiding die je kunt volgen na afronding van een universitaire bachelor en/of master.
    • Een universitaire Pabo is een vierjarige bacheloropleiding die je kunt volgen met een vwo- of hbo-propedeusediploma. Het onderwijs wordt verzorgd door een hogeschool én een universiteit.
  • Wat maakt de EMPO uniek?

    De EMPO is een joint degree, een samenwerking tussen drie universiteiten namelijk de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden. De drie betrokken universiteiten hebben op bachelor niveau ruime ervaring in het opleiden van academische leerkrachten voor het basisonderwijs in de universitaire Pabo’s. Met de EMPO hebben we onze ervaring en wetenschappelijke kennis gebundeld en daarmee bieden we op master niveau het beste van onze drie universiteiten!

  • Ik heb de pabo gedaan. Heeft het zin om ook nog de EMPO te volgen?

    Nee, je hebt namelijk al een lesbevoegdheid voor het primair onderwijs. Daarnaast je kun in de EMPO geen vrijstelling krijgen voor de verplichte onderwijseenheden vanwege de verwevenheid tussen de stage, de masterthese en de inhoudelijke vakken.

  • Zijn er mogelijkheden om de EMPO te volgen in combinatie met een zij-instroom traject?

    Nee, deze trajecten verschillen van elkaar en zijn niet te combineren. De EMPO is een voltijds tweejarige masteropleiding, waarbij je een diploma Master of Science en een lesbevoegdheid voor het primair onderwijs behaalt. Bij een zij-instroomtraject ga je na een succesvol geschiktheidsonderzoek direct lesgeven en opleiden combineren. Je krijgt daarvoor een betaalde aanstelling bij een school en na twee jaar een lesbevoegdheid voor het primair onderwijs.

  • Adaptieve expertise staat centraal in de opleiding. Wat betekent dat?

    De complexiteit van de huidige onderwijspraktijk vraagt om leraren die hun kennis en inzichten kunnen toepassen in de uitdagende, steeds veranderende omgeving van de klas en school en die vanuit voortschrijdend inzicht de juiste beslissingen kunnen nemen. In de EMPO word je getraind om zorgvuldige afwegingen te maken tussen het behouden van wat werkt en het incorporeren van nieuwe waardevolle inzichten in jouw didactische en pedagogische repertoire. Zo leer je een goede balans te bewaken tussen efficiënte routines en innovatie.

Stage
  • Hoeveel dagen loop ik stage?

    In het eerste jaar loop je twee dagen per week stage in dezelfde groep. In het tweede jaar loop je twee en een halve dag per week stage in een andere groep. Dit kan op dezelfde of een andere school zijn, of in het speciaal onderwijs.

  • Waar loop ik stage?

    Je loopt twee jaar lang stage op één of twee scholen voor primair onderwijs in de regio Amsterdam of Leiden/Den Haag. Je wordt zoveel mogelijk in duo’s op een stageschool ingedeeld (ieder met een eigen klas). Zo leer je van en met elkaar.

  • Kan ik zelf op zoek naar een stageschool, bijvoorbeeld in een andere regio?

    Nee, de EMPO werkt nauw samen met besturen van scholen in de metropoolregio Amsterdam en in de regio Leiden/Den Haag. Samen hebben deze besturen een zeer divers aanbod van scholen (zowel qua onderwijsconcept als bijv. 0-12 scholen en gespecialiseerd onderwijs voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen). Je kunt uiteraard je voorkeur aangeven voor de regio. Dat vragen we je in juni. Je zult dan in de zomer te horen krijgen bij welke school je stage gaat lopen.    

  • Wat houdt de stage in?

    In het eerste jaar bouw je je lesvaardigheden op door je te verdiepen in individuele leerlingen, de schoolmentor systematisch te observeren en door les te geven in kleine, homogene groepen. Vervolgens ga je klassikale lessen geven, samen met je schoolmentor, en werk je toe naar het zelfstandig ontwerpen, verzorgen en evalueren van volledige lesdagen. In het tweede jaar leer je omgaan met het dragen van verantwoordelijkheid voor een hele klas en voor het groepsproces.

  • Hoe word ik begeleid tijdens de stage?

    Je wordt tijdens je stage intensief begeleid door drie verschillende begeleiders: een schoolmentor, een academische schoolopleider en een instituutsopleider. De schoolmentor is je dagelijkse begeleider in de klas. De academische schoolopleider werkt meestal bovenschools en begeleidt je bij je persoonlijke en professionele ontwikkeling. De instituutsopleider is een docent van de universiteit die je intervisiegroep begeleidt. De instituutsopleider is, samen met de academische schoolopleider, en in overleg met de schoolmentor, verantwoordelijk voor de eindbeoordeling van je stage.

  • Krijg ik een stagevergoeding?

    Hierover zijn wij nog in gesprek met de betrokken schoolbesturen.

Onderwijs
  • Waar volg ik colleges?

    Je volgt vakken aan alle drie de universiteiten. De intervisie vindt plaats op de universiteit die in de regio ligt waar je stage loopt. Verder zijn de vakken evenredig verdeeld over de drie universiteiten.

  • Hoe maak ik een onderbouwde keuze tussen de inhoudelijke profielen?

    Je krijgt in de eerste weken van de opleiding uitgebreide voorlichting over de inhoud van de verschillende profielen. Ook staan onze studieadviseurs voor je klaar om je te helpen bij het maken van deze keuze. Je kunt deze keuze dus goed geïnformeerd maken aan het einde van de eerste periode.

  • Wat zijn de onderwijsvormen?

    In de EMPO krijg je te maken met verschillende onderwijsvormen: hoorcolleges en werkgroepen, intervisiegroepen, masterclasses en stages. Het meeste onderwijs vindt plaats op de campus.

  • Hoeveel wekelijkse contacturen zijn er?

    De EMPO is een voltijdopleiding en bevat een hoger aantal contacturen dan een gemiddelde masteropleiding. Je hebt per week ongeveer 6 tot 10 contacturen onderwijs, je loopt twee dagen stage en daarnaast zul je ook tijd besteden aan zelfstudie en het voorbereiden van je stage.